ECLI:NL:RVS:2003:AI0581
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- R.C.S. Bakker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning horeca-inrichting Juice-bar in Heerlen
Op 25 juli 2003 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De burgemeester van Heerlen had op 31 maart 2003 het bezwaar van [partij] tegen een eerder besluit van 25 november 2002 ongegrond verklaard, waarbij de vergunning voor de exploitatie van de horeca-inrichting 'Juice-bar' was geweigerd. Hierop heeft [partij] beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht, die op 16 juni 2003 het beroep gegrond verklaarde en de burgemeester opdroeg om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift, op straffe van een dwangsom.
Tegen deze uitspraak heeft de burgemeester hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 25 juli 2003, waar de burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. B. Vliegen en [partij] werd bijgestaan door mr. A.E.P. Kooi, advocaat te Schinnen. Tijdens de zitting heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. R.W.L. Loeb, de voorlopige voorziening verleend, waarbij werd bepaald dat de burgemeester geen nieuw besluit op het bezwaarschrift hoeft te nemen totdat er op het hoger beroep is beslist. Dit werd gedaan in het belang van de spoedeisendheid, aangezien de termijn van de eerdere uitspraak op 31 juli 2003 afloopt en er binnen twee weken uitspraak in de hoofdzaak wordt verwacht.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 25 juli 2003, waarbij de Voorzitter mr. R.W.L. Loeb en ambtenaar van Staat mr. R.C.S. Bakker aanwezig waren.