ECLI:NL:RVS:2003:AI0587
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Brink
- P.A. de Vink
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor rundveehouderij op perceel in Veghel
Bij besluit van 11 februari 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veghel aan [vergunninghouder] een vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een rundveehouderij op het perceel [locatie] te [plaats], kadastraal bekend gemeente Veghel, sectie […], nummer […]. Dit besluit is op 20 februari 2003 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 27 maart 2003, ingekomen bij de Raad van State op 28 maart 2003, beroep ingesteld. Verweerder heeft op 29 april 2003 een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer.
De vergunning betreft het houden van 22 zoogkoeien, 13 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar en 2 volwassen paarden. Appellant heeft in zijn beroepschrift de gronden nagenoeg woordelijk herhaald die eerder tegen het ontwerp van het besluit waren ingebracht. In de considerans van het bestreden besluit is verweerder ingegaan op deze bedenkingen. Appellant heeft geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de bedenkingen in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Ook is niet gebleken dat de weerlegging onjuist zou zijn. Het beroep is derhalve ongegrond verklaard.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, recht doende in naam der Koningin, heeft het beroep ongegrond verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 juli 2003.