ECLI:NL:RVS:2003:AI0772
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- I.A. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluiten inzake dwangsom en bouwvergunning door de Raad van State
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen op 6 november 2002 een besluit genomen waarin verzoekster werd gelast om de overkapping van een zwembad op haar perceel vóór 1 februari 2003 te verwijderen of te halveren. Bij niet-naleving zou een dwangsom van € 1.000,00 per constatering worden opgelegd, met een maximum van € 25.000,00. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarop het college op 11 maart 2003 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en de dwangsom aanpaste naar € 1.000,00 per week, met eenzelfde maximum. Verzoekster heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 juli 2003 uitspraak gedaan. Hij oordeelde dat er niet buiten twijfel is dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure in stand zal blijven. Gezien de betrokken belangen en de mogelijkheid van een onomkeerbare situatie, heeft de Voorzitter besloten om de besluiten van 6 november 2002 en 11 maart 2003 te schorsen totdat de Afdeling in het bodemgeschil uitspraak heeft gedaan. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 697,71, en is het griffierecht van € 175,00 aan verzoekster vergoed.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opleggen van dwangsommen en de noodzaak om de belangen van betrokken partijen in overweging te nemen bij voorlopige voorzieningen.