ECLI:NL:RVS:2003:AI1045

Raad van State

Datum uitspraak
7 augustus 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200301131/4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D. Dolman
  • B. Klein Nulent
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied Neerijnen

Op 28 maart 2002 heeft de gemeenteraad van Neerijnen het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben de besloten vennootschappen Wienerberger Bricks B.V. en GLTO Bedrijfsadvies B.V. beroep ingesteld bij de Raad van State. Beide verzoeksters hebben de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 11 juli 2003, waar de verzoeksters en de vertegenwoordiger van het college van gedeputeerde staten van Gelderland aanwezig waren. De Voorzitter heeft de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat Wienerberger Bricks B.V. geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat er geen concrete plannen voor uitbreiding of aanpassing van de bedrijfsactiviteiten zijn. GLTO Bedrijfsadvies B.V. heeft aangevoerd dat het bestreden besluit ten onrechte goedkeuring heeft onthouden aan bouwpercelen voor agrarische bedrijfsdoeleinden, maar de Voorzitter oordeelt dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een toewijzing van het verzoek rechtvaardigen. De verzoeken om voorlopige voorzieningen zijn afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 augustus 2003.

Uitspraak

200301131/4.
Datum uitspraak: 7 augustus 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1. de besloten vennootschap "Wienerberger Bricks B.V.", gevestigd te Zaltbommel,
2. de besloten vennootschap "GLTO Bedrijfsadvies B.V.", gevestigd te Deventer,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 maart 2002 heeft de gemeenteraad van Neerijnen het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekster sub 1 bij brief van 16 april 2003, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2003, en verzoekster sub 2 bij brief van 2 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen op 6 mei 2003, beroep ingesteld.
Bij brief van 16 april 2003, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2003, heeft verzoekster sub 1 de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief van 2 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen op 6 mei 2003, heeft verzoekster sub 2 de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 11 juli 2003, waar verzoekster sub 1, vertegenwoordigd door [gemachtigden], verzoekster sub 2, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. E.T. de Jong, advocaat te Arnhem, zijn verschenen.
Voorts is de gemeenteraad van Neerijnen, vertegenwoordigd door C. van Rijn, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in een actuele planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente Neerijnen. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het plan gedeeltelijk goedgekeurd.
2.3. Wienerberger Bricks B.V. exploiteert een baksteenfabriek in het winterbed van de Waal. Zij voert aan dat door de onthouding van goedkeuring door verweerder aan de medebestemming “Bedrijfsdoeleinden” de onwenselijke situatie ontstaat dat de hoofdbestemming “Agrarisch gebied” resteert, zodat de bedrijfsactiviteiten en de bebouwing van de baksteenfabriek feitelijk onder het overgangsrecht zijn gebracht. Verzoekster vreest hierdoor in haar bedrijfsvoering te worden beperkt. Zij stelt dat verweerder ook aan de hoofdbestemming goedkeuring had moeten onthouden.
2.4. Daargelaten de vraag of haar beroep kan worden ontvangen, is de Voorzitter ter zitting gebleken dat verzoekster geen concrete plannen voor uitbreiding of aanpassing van de bebouwing of van de bedrijfsactiviteiten heeft. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat Wienerberger Bricks B.V. in zoverre geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
2.5. GLTO Bedrijfsadvies B.V. stelt dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft onthouden aan alle bouwpercelen die op de detailplankaarten medebestemd zijn voor agrarische bedrijfsdoeleinden met de nadere aanduiding “g”. Als gevolg daarvan kunnen op deze percelen geen bouwactiviteiten plaatsvinden. Aangezien verscheidene tuinders vergevorderde bouwplannen hebben, dan wel reeds bouwaanvragen hebben ingediend, verzoekt GLTO Bedrijfsadvies B.V. het bestreden besluit op dit punt te schorsen en een zodanige voorziening te treffen dat de desbetreffende tuinders hun bouwplannen kunnen verwezenlijken.
2.6. De Voorzitter overweegt dat het verzoek van GLTO Bedrijfsadvies B.V. ertoe strekt dat het bestemmingsplan wat betreft de betrokken plandelen waaraan verweerder goedkeuring heeft onthouden, vooruitlopend op de uitspraak in de bodemprocedure kan worden verwezenlijkt. Dat is in het algemeen te verstrekkend. Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden die nopen tot een ander oordeel, bijvoorbeeld dat het bestreden besluit evidente gebreken vertoont en bovendien zo urgente belangen in het geding zijn dat de procedure in de hoofdzaak in redelijkheid niet kan worden afgewacht, kan aanleiding bestaan voor toewijzing van het verzoek. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is de Voorzitter van oordeel dat dergelijke omstandigheden zich hier echter niet voordoen.
2.7. De verzoeken om een voorlopige voorziening dienen te worden afgewezen.
2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, ambtenaar van Staat.
w.g. Dolman w.g. Klein Nulent
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2003
218-392.