ECLI:NL:RVS:2003:AI1237

Raad van State

Datum uitspraak
20 augustus 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200206739/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • T.M.A. Claessens
  • M.Z.C. Koutstaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering vergunning voor exploitatie coffeeshop in Rotterdam

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de weigering van de burgemeester van Rotterdam om een vergunning te verlenen voor de exploitatie van de coffeeshop "Maskot". De burgemeester heeft op 30 mei 2000 besloten om de vergunning te weigeren. Dit besluit werd door de burgemeester op 5 december 2000 bevestigd, nadat het bezwaar van de appellant ongegrond was verklaard. De rechtbank te Rotterdam heeft op 6 november 2002 het beroep van de appellant tegen de weigering van de vergunning ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant op 19 december 2002 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het hoger beroep zijn aangevuld op 17 januari 2003. De zaak is op 26 juni 2003 ter zitting behandeld, waarbij de burgemeester vertegenwoordigd was door W. van Bladel en mr. J.W.M. Velthuizen, beiden ambtenaar der gemeente.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de rechtbank op juiste wijze de grieven van de appellant heeft behandeld. De appellant heeft in het hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die de zaak in een ander licht zouden plaatsen. Daarom heeft de Afdeling geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is en de aangevallen uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 augustus 2003.

Uitspraak

200206739/1.
Datum uitspraak: 20 augustus 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank te Rotterdam van 6 november 2002 in het geding tussen:
appellant
en
de burgemeester van Rotterdam.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 mei 2000 heeft de burgemeester van Rotterdam (hierna: de burgemeester) de door appellant gevraagde vergunning ten behoeve van de exploitatie van coffeeshop “Maskot” in het pand aan het [locatie] te [plaats] geweigerd.
Bij besluit van 5 december 2000 heeft de burgemeester het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 november 2002, verzonden op 7 november 2002, heeft de rechtbank te Rotterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 19 december 2002, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 17 januari 2003. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 18 maart 2003 heeft de burgemeester van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 juni 2003, waar de burgemeester, vertegenwoordigd door W. van Bladel en mr. J.W.M. Velthuizen, beiden ambtenaar der gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De rechtbank is op een juiste wijze op de grieven van appellant ingegaan en is op grond hiervan tot een juiste beslissing gekomen. Appellant heeft in hoger beroep geen argumenten aangevoerd die een ander licht op de zaak werpen.
2.2. Het hoger beroep is derhalve ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. T.M.A. Claessens, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.Z.C. Koutstaal, ambtenaar van Staat.
w.g. Claessens w.g. Koutstaal
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2003
383.