ECLI:NL:RVS:2003:AI1254
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- M.Z.C. Koutstaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit tot weigering ligplaatsvergunning voor woonschip in Amsterdam-Noord
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord. Het dagelijks bestuur had op 1 november 1999 aan de appellant onder aanzegging van bestuursdwang gelast zijn woonschip uit het stadsdeel te verwijderen. De appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het dagelijks bestuur verklaarde dit bezwaar ongegrond op 10 april 2000. Vervolgens werd op 16 oktober 2001 de aanvraag van de appellant voor een ligplaatsvergunning in een nabijgelegen kanaal afgewezen. Ook het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 8 maart 2002 ongegrond verklaard.
De rechtbank te Amsterdam verklaarde op 4 december 2002 het beroep van de appellant tegen het besluit van 10 april 2000 niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 8 maart 2002 ongegrond. Tegen deze uitspraak heeft de appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, welke zaak op 26 juni 2003 ter zitting werd behandeld. De appellant betoogde dat hem in redelijkheid een ligplaatsvergunning zou moeten worden verleend, omdat zijn vroegere woonschip tot het gedoogdenbestand behoorde.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat het dagelijks bestuur geen betekenis behoefde toe te kennen aan de gedoogdenstatus van de appellant, omdat deze status schip-gebonden is. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 augustus 2003.