ECLI:NL:RVS:2003:AI1272
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- M.Z.C. Koutstaal
- Rechtspraak.nl
Intrekking van EG-erkenning slachterij/uitsnijderij en bezwaarprocedure
In deze zaak gaat het om de intrekking van de EG-erkenning voor een slachterij/uitsnijderij, verleend aan appellant. De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben op 8 februari 2000 aan appellant meegedeeld dat zijn erkenning met ingang van 1 mei 2000 zou worden ingetrokken, tenzij aan de eisen die uit de erkenning voortvloeien, was voldaan. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door de Staatssecretaris en de Minister niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank te Leeuwarden heeft op 24 januari 2003 het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden heeft aangevuld in maart 2003.
De zaak is behandeld op 26 juni 2003, waar appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. W. Sleijfer. De Staatssecretaris en de Minister waren vertegenwoordigd door ambtenaren van het ministerie. De Raad van State heeft overwogen dat appellant zijn bezwaarschrift buiten de wettelijke termijn had ingediend, en dat de rechtbank terecht geen grond voor verschoonbaarheid heeft gezien. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 augustus 2003.