ECLI:NL:RVS:2003:AI1473
Raad van State
- Hoger beroep
- Th.G. Drupsteen
- E.A. Alkema
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Verbod op het organiseren van een incidentele festiviteit in het Floratheater
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een besluit van de burgemeester van Delft, waarbij aan de appellant, een verzoeker, op 21 maart 2001 werd verboden om een incidentele festiviteit te organiseren in het Floratheater op 31 maart 2001. Dit verbod werd bekendgemaakt op 15 maart 2001. De appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd op 13 november 2001 ongegrond verklaard. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 2 januari 2003 het beroep van de verzoeker gegrond verklaard, het besluit van de burgemeester vernietigd en het bezwaar gegrond verklaard. De burgemeester ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 8 juli 2003 behandeld. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat en ambtenaren van de gemeente, en de verzoeker waren aanwezig. De appellant stelde dat het verbod tot het houden van de festiviteit niet onredelijk was en dat de rechtbank zich had moeten beperken tot een marginale toetsing van het besluit. De Afdeling oordeelde echter dat de rechtbank het besluit op juiste wijze had getoetst. Er was onvoldoende bewijs dat de festiviteit het woon- en leefklimaat zou beïnvloeden, ondanks de geluidsnormen die van toepassing waren.
De Afdeling concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 27 augustus 2003.