ECLI:NL:RVS:2003:AJ3334
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- L.J. Können
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake onderzoeksbevel op basis van de Wet bodembescherming
In deze zaak heeft de vereniging 'Vereniging Bizzy Beesel', gevestigd te Reuver, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Dit besluit, genomen op 8 juli 2003, hield in dat aan verzoekster een onderzoeksbevel werd opgelegd op basis van artikel 43, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet bodembescherming. Dit bevel was het gevolg van een incident waarbij koelmiddel, bestaande uit ethyleenglycol, in de bodem was gelekt door toedoen van derden tijdens het gebruik van een mobiele ijsbaan die verzoekster had gehuurd voor festiviteiten.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 19 augustus 2003, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. G.C. Kooijman en verweerder door ing. M. Stienstra, is het verzoek behandeld. Verzoekster betoogde dat zij niet verantwoordelijk was voor de verontreiniging en dat het bevel niet in redelijkheid aan haar kon worden opgelegd. Verweerder daarentegen stelde dat verzoekster wel degelijk de veroorzaker was van de verontreiniging.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. Th.G. Drupsteen, overwoog dat de vraag of verzoekster als veroorzaker van de verontreiniging kan worden beschouwd, niet in deze procedure beantwoord kon worden. Gezien de omstandigheden en de toezegging van verweerder om de termijnen van het besluit op te schorten tot de beslissing op bezwaar bekend is gemaakt, was er geen sprake van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening vereiste. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 september 2003.