ECLI:NL:RVS:2003:AK3983
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor tankstations milieubeheer
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 september 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, die betrokken zijn bij de exploitatie van tankstations, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Someren. Dit besluit, genomen op 21 juli 2003, hield in dat verzoekers een last onder dwangsom werd opgelegd voor het buiten gebruik stellen van drie ondergrondse tanks, omdat dit in strijd was met voorschrift 5.4.10 van Bijlage I bij het Besluit tankstations milieubeheer.
Verzoekers hebben op 5 augustus 2003 de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening zijn dat de begunstigingstermijn van vier weken te kort is, vooral omdat deze samenvalt met de bouwvakvakantie. Tijdens de zitting op 2 september 2003 is het verzoek behandeld. Verzoekers hebben hun standpunt toegelicht, waarbij zij hebben aangegeven dat het verwijderen van de tanks niet zinvol is voordat de bodem is gesaneerd. De Voorzitter heeft erkend dat de omstandigheden, zoals de bouwvak en de jaarlijkse drukte van het vervoersbedrijf van verzoekers, niet in aanmerking zijn genomen bij het besluit van verweerder.
De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen dringende milieurisico's zijn die een onmiddellijke uitvoering van de last rechtvaardigen. Daarom heeft hij besloten om het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Someren te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, die in totaal € 774,99 bedragen, en is de gemeente Someren gelast om het griffierecht van € 232,00 aan verzoekers te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 september 2003.