ECLI:NL:RVS:2003:AL3283
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake de verwijdering van een duinboerderij te Bloemendaal
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 september 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Het betreft een geschil tussen een verzoeker, wonend te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal. Het college had op 11 juli 2000 besloten dat de verzoeker een duinboerderij op het [landgoed] te [plaats] binnen zes maanden moest verwijderen, op straffe van een dwangsom. Dit besluit werd later door het college, bij besluit van 24 maart 2003, ongegrond verklaard, maar de rechtbank te Haarlem heeft op 8 september 2003 het beroep van de verzoeker gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd, met de bepaling dat de rechtsgevolgen in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 25 september 2003 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaten, mr. E.A. Minderhoud en mr. Ch.Y.M. Moons, en het college werd vertegenwoordigd door mr. drs. M. Huisman. De Voorzitter heeft overwogen dat er gerede twijfel bestaat of de aangevallen uitspraak in hoger beroep in stand zal blijven, en heeft besloten om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het besluit van het college van 11 juli 2000 geschorst en de instandgelaten rechtsgevolgen van het besluit van 24 maart 2003, voor zover deze besluiten de last tot verwijdering van de duinboerderij betreffen. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 644,00, en is gelast dat de gemeente Bloemendaal het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 175,00 vergoedt. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 september 2003.