ECLI:NL:RVS:2003:AL7565
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.C.K.W. Bartel
- P.J.A.M. Broekman
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing van het gebied Gelderse Poort als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn
Op 2 oktober 2003 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanwijzing van het gebied Gelderse Poort als speciale beschermingszone (SBZ) door de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Dit besluit, genomen op 24 maart 2000, was gebaseerd op de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen, die gericht is op het behoud van de vogelstand. De verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen deze aanwijzing, stelde dat zijn jachtveld ten onrechte in de SBZ was opgenomen en dat de aanwijzing willekeurig en onzorgvuldig was geschied. Hij verzocht de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij vreesde voor schade aan zijn belangen door het jachtverbod dat voortvloeit uit de aanwijzing.
Tijdens de zitting op 26 september 2003 werd het verzoek behandeld. De verzoeker was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door ambtenaren van het ministerie. De Voorzitter overwoog dat de aanwijzing van de Gelderse Poort als SBZ in overeenstemming was met de geldende criteria en dat er geen gegevens waren die erop wezen dat de aanwijzing op evidente wijze onjuist was. De Voorzitter concludeerde dat er geen urgente belangen waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden. Bovendien werd opgemerkt dat er mogelijkheden zijn voor ontheffing van het jachtverbod ter bestrijding van wildschade, wat de zorgen van de verzoeker niet onderbouwde.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid van de besluitvorming door de overheid bij de aanwijzing van beschermde gebieden en de mogelijkheden voor verzoekers om hun belangen te behartigen binnen de kaders van de wet.