ECLI:NL:RVS:2003:AL8905
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- S. Scheerhout
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving van vergunningplicht voor inrichting
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening dat is ingediend door verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht. Dit college heeft op 22 juli 2003, onder kenmerk 2003/5107, het verzoek van verzoekers om handhaving van bestuurlijke maatregelen ten aanzien van de inrichting van vergunninghoudster afgewezen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Tijdens de zitting op 29 september 2003 zijn verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en vertegenwoordigers van verweerder en vergunninghoudster verschenen.
Verzoekers stellen dat zij overlast ondervinden van de inrichting en dat verweerder heeft miskend dat vergunninghoudster vergunningplichtig is. Verweerder daarentegen is van mening dat de inrichting niet vergunningplichtig is en dat deze niet onder de werking van relevante milieuwetgeving valt. De Voorzitter heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat de activiteiten van de inrichting voornamelijk bestaan uit het stallen van bussen buiten diensttijd, zonder verdere activiteiten. De Voorzitter concludeert dat er onvoldoende bewijs is om te stellen dat de inrichting onder de werking van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer valt.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter, na afweging van de betrokken belangen en de termijn voor de beslissing op bezwaar, besloten om het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Er zijn geen gronden gevonden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 10 oktober 2003 door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. J.M. Boll, in tegenwoordigheid van mr. S. Scheerhout, ambtenaar van Staat.