ECLI:NL:RVS:2003:AL8910

Raad van State

Datum uitspraak
15 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200302335/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen voorbereidingsbesluit gemeenteraad Neede inzake bestemmingsplan

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vennootschap onder firma "Luttermolenveld", waarvan de vennoten Wepart B.V. en Exploitatiemaatschappij Neede B.V. zijn, tegen een uitspraak van de rechtbank te Zutphen. De rechtbank had op 4 maart 2003 het beroep van appellante ongegrond verklaard tegen het besluit van de gemeenteraad van Neede van 4 juli 2000, waarin een voorbereidingsbesluit werd genomen voor de percelen gelegen tussen Gantvoort, Peppelendijk en Elite Salades te Neede. Appellante stelde dat de gemeenteraad ten onrechte zijn bevoegdheid had aangewend om het voorbereidingsbesluit te nemen, met als doel haar plannen voor bebouwing te frustreren.

De Raad van State heeft de zaak behandeld op 30 september 2003, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat mr. F.J.M. Kobossen en de gemeenteraad werd vertegenwoordigd door mr. drs. J.M. Klep. De Raad overwoog dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid niet voor een ander doel had aangewend dan waarvoor deze was gegeven. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het voorbereidingsbesluit niet in strijd was met de wet en dat de gemeenteraad niet onterecht had gehandeld.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 15 oktober 2003.

Uitspraak

200302335/1.
Datum uitspraak: 15 oktober 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vennootschap onder firma "Luttermolenveld", waarvan de vennoten zijn Wepart B.V. en Exploitatiemaatschappij Neede B.V., gevestigd te De Lutte,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank te Zutphen van 4 maart 2003 in het geding tussen:
appellante
en
de gemeenteraad van Neede.
1. Procesverloop
Bij besluit van 4 juli 2000 heeft de gemeenteraad van Neede (hierna: de gemeenteraad) een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) genomen voor de percelen gelegen tussen Gantvoort, Peppelendijk en Elite Salades te Neede.
Bij besluit van 6 maart 2001 heeft de gemeenteraad het daartegen door appellante gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 maart 2003, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank te Zutphen (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 10 april 2003, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 12 mei 2003. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 23 juni 2003 heeft de gemeenteraad van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 september 2003, waar appellante in persoon, bijgestaan door mr. F.J.M. Kobossen, advocaat te Deventer, en de gemeenteraad, vertegenwoordigd door mr. drs. J.M. Klep, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de WRO, voorzover hier van belang, kan de gemeenteraad verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid (voorbereidingsbesluit).
2.2. Appellante is eigenaresse van een perceel grond gelegen in het gebied waarop het voorbereidingsbesluit betrekking heeft. Evenals in beroep, betoogt zij in hoger beroep dat de gemeenteraad ten onrechte zijn bevoegdheid tot het nemen van het voorbereidingsbesluit heeft aangewend omdat daarmee uitsluitend is beoogd haar voornemen te frustreren om ter plaatse bebouwing te realiseren. Dat betoog faalt. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid als bedoeld in voormeld artikel 21, eerste lid, niet heeft aangewend voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. Overigens heeft appellante eerst nadat de ontwerp-ontwikkelingsvisie “Omgeving De Kamp”, waarin een herziening van de industriële bestemming van het perceel wordt voorgesteld, ter inzage was gelegd dat perceel in eigendom verworven.
2.3. Afdeling gaat voorbij aan hetgeen appellante heeft aangevoerd ter zake van een (mogelijke) herziening van de aan het perceel toegekende bestemming en de daaruit voor haar voortvloeiende financiële schade. Dit valt buiten de omvang van het voorliggende geschil omdat het voorbereidingsbesluit geen betrekking heeft op de (invulling van) de toekomstige bestemming en dus ook niet op het eventuele verschil met de huidige bestemming. Reeds hierom kan het betoog van appellante dat het college met het onderbreken van een bezwaarprocedure in november 1999 verwachtingen heeft gewekt ter zake van door haar gewenste bebouwingsmogelijkheden op het perceel buiten beschouwing blijven.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Lodder
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2003
-412.