ECLI:NL:RVS:2003:AL8913
Raad van State
- Herziening
- H.G. Lubberdink
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 oktober 2003 uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 31 juli 2002. Verzoekster had de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak in zaak no. 200105596/1, die de uitspraak van de rechtbank te Almelo van 28 september 2001 bevestigde. De herzieningsaanvraag werd ingediend op 21 oktober 2002, waarbij verzoekster stelde dat de Afdeling niet op de hoogte was van een belangrijke brief van het college van burgemeester en wethouders van Enschede, gedateerd 27 augustus 2001, die zij pas na de uitspraak had ontvangen. De Afdeling heeft de zaak behandeld op 19 augustus 2003, waarbij verzoekster in persoon aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door mr. A.J. IJsseldijk.
De Afdeling overwoog dat op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak slechts kan worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Afdeling concludeerde dat verzoekster de inhoud van de brief van 27 augustus 2001 vóór de uitspraak op 31 juli 2002 al kende, waardoor het verzoek om herziening niet voor inwilliging in aanmerking kwam. De Afdeling wees het verzoek af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de Afdeling de verzoekster in het ongelijk stelde en de eerdere uitspraak handhaafde.