ECLI:NL:RVS:2003:AM5377
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Boll
- J.G.C. Wiebenga
- H. Borstlap
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor lozen van afvalstoffen door mestverwerkingsinstallatie
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening aan de stichting "Stichting Claenergy Wanroij" voor het lozen van afvalstoffen van een mestverwerkingsinstallatie op het rioleringsstelsel van de gemeente Sint Anthonis. De vergunning werd verleend op 1 oktober 2002 door verweerder, het dagelijks bestuur van waterschap de Maaskant. Appellanten, die zich verzetten tegen deze vergunning, hebben op 9 december 2002 beroep ingesteld bij de Raad van State. De beroepen zijn later aangevuld en de zaak is op 5 augustus 2003 ter zitting behandeld.
Appellanten stellen dat de Wvo-vergunning tekortschiet omdat er geen bepalingen zijn opgenomen over proefnemingen met alternatieve (afval)stoffen. Ze beargumenteren dat de vergunningen voor de mestverwerkingsinstallatie en de Wvo-vergunning onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter vastgesteld dat de aanvraag deel uitmaakt van de vergunning en dat uitsluitend mag worden geloosd zoals is aangevraagd. Dit uitgangspunt is in de vergunning bevestigd.
De Afdeling concludeert dat de vergunningen op het punt van proefnemingen met alternatieve stoffen op elkaar zijn afgestemd. Indien er wijzigingen in de verwerking plaatsvinden die een vergunning vereisen, biedt de Wet milieubeheer een waarborg voor een procedurele en inhoudelijke afstemming met de Wvo-vergunning. De Afdeling verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 29 oktober 2003.