ECLI:NL:RVS:2003:AM5481

Raad van State

Datum uitspraak
29 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200303612/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W. van den Brink
  • M.Z.C. Koutstaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit onttrekking openbaar verkeer door gemeente Sint-Oedenrode

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 25 april 2003 geoordeeld dat het bezwaar van de appellant tegen een besluit van de raad van de gemeente Sint-Oedenrode, dat op 27 september 2001 was genomen, ongegrond was. Dit besluit hield in dat de noordelijke rijbaan van de Markt, gelegen voor café '[naam]' in Sint-Oedenrode, werd onttrokken aan het openbaar verkeer. De raad trok dit besluit later in, maar verklaarde het bezwaar van de appellant tegen het oorspronkelijke besluit niet-ontvankelijk. De appellant was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep bij de Raad van State.

De Raad van State heeft de zaak behandeld op 18 september 2003, waarbij de appellant in persoon verscheen en de raad werd vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Els, ambtenaar der gemeente. De Raad overwoog dat het doel van de appellant, namelijk de intrekking van het besluit van 27 september 2001, al was bereikt met het latere besluit van 23 mei 2002. Er was geen bewijs dat de appellant schade had geleden door het oorspronkelijke besluit. Daarom oordeelde de Raad dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk was wegens gebrek aan procesbelang.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 29 oktober 2003.

Uitspraak

200303612/1.
Datum uitspraak: 29 oktober 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 25 april 2003 in het geding tussen:
appellant
en
de raad van de gemeente Sint-Oedenrode.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 september 2001 heeft de raad van de gemeente Sint-Oedenrode (hierna: de raad) de noordelijke rijbaan van de Markt, voorzover gelegen voor café “[naam]” [locatie], onttrokken aan het openbaar verkeer.
Bij besluit van 23 mei 2002 heeft de raad dit besluit ingetrokken.
Bij besluit van 7 november 2002 heeft de raad het tegen het besluit van 27 september 2001 door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 25 april 2003, verzonden op 29 april 2003, heeft de rechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 4 juni 2003, bij de Raad van State ingekomen op 5 juni 2003, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 23 juli 2003 heeft de raad van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 september 2003, waar appellant in persoon en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Els, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Hetgeen appellant trachtte te bereiken met zijn bezwaar, te weten de intrekking van het besluit van 27 september 2001, is bij besluit van 23 mei 2002 verwezenlijkt. Gesteld noch gebleken is dat appellant schade heeft geleden als gevolg van het ingetrokken besluit van 27 september 2001. De rechtbank is dan ook op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat de raad het tegen dat besluit gerichte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens gebrek aan procesbelang.
2.2. Het hoger beroep is derhalve ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. van den Brink, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.Z.C. Koutstaal, ambtenaar van Staat.
w.g. Van den Brink w.g. Koutstaal
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2003
383.