ECLI:NL:RVS:2003:AN7250
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W. van den Brink
- M.Z.C. Koutstaal
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake wijziging geboortejaar in gemeentelijke basisadministratie
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 oktober 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, die op 16 september 2003 had geweigerd het geboortejaar van een partij in de gemeentelijke basisadministratie te wijzigen van 1942 naar 1921. De partij had eerder bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank te 's-Gravenhage had op 25 september 2003 het beroep van de partij gegrond verklaard en het college opgedragen binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter heeft het verzoek op 27 oktober 2003 ter zitting behandeld, waarbij zowel het college als de partij vertegenwoordigd waren. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening gericht was op het voorkomen van een beslissing die de wijziging in de gemeentelijke basisadministratie zou toestaan, terwijl de hoger beroepsprocedure nog liep. Het college betoogde dat een tijdelijke wijziging ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben voor de afnemers van de gegevens uit de basisadministratie.
Na afweging van de belangen van het college en de partij, oordeelde de Voorzitter dat het belang van het college voldoende spoedeisend was om de verzochte voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter besloot dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geen nieuw besluit hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 oktober 2003.