ECLI:NL:RVS:2003:AN7976
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- J. Heijerman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning voor verwerking van gevaarlijke scheepsafvalstoffen
In deze zaak heeft de Raad van State op 6 november 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een vergunning die op 5 augustus 2003 was verleend aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Inzamelstation Nijmegen B.V.". De vergunning betrof het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het bewaren, bewerken en verwerken van gevaarlijke scheepsafvalstoffen op een specifiek perceel in Gelderland. De vergunning was ter inzage gelegd op 21 augustus 2003, waarna verzoekster op 30 september 2003 beroep instelde tegen het besluit van de provincie Gelderland. Tevens verzocht verzoekster de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek op 27 oktober 2003 ter zitting behandeld, waarbij zowel verzoekster als verweerder, vertegenwoordigd door ambtenaren van de provincie, aanwezig waren. De kern van het geschil betrof het voorschrift 3.4 van de vergunning, dat vereiste dat voor het ponton Hulhuizen een geldig communautair certificaat aanwezig moest zijn. Verzoekster betoogde dat dit voorschrift neerkwam op een gedeeltelijke weigering van de vergunning, omdat er geen wettelijke basis zou zijn voor het verkrijgen van een dergelijk certificaat voor pontons.
De Voorzitter overwoog dat de noodzaak van het certificaat in het belang van de milieubescherming nader onderzoek vereiste, wat niet binnen de voorlopige voorziening kon worden beoordeeld. De Voorzitter besloot om het besluit van de provincie Gelderland te schorsen voor zover het voorschrift 3.4 betrof, en veroordeelde de provincie in de proceskosten van verzoekster. De uitspraak benadrukte dat de beslissing van de Voorzitter een voorlopig karakter had en niet bindend was voor de bodemprocedure.