ECLI:NL:RVS:2003:AN8408
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W. Konijnenbelt
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake wijziging van een inrichting onder de Wet milieubeheer
Op 12 maart 2003 heeft de gemeente Tubbergen een melding geaccepteerd van een voorgenomen verandering van een inrichting, zoals bedoeld in artikel 8.19, tweede lid, van de Wet milieubeheer. Deze melding betreft de wijziging van een stal voor vleesstieren en zoogkoeien. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, omdat hij vreest dat de wijziging zal leiden tot een toename van stankhinder. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 30 oktober 2003. Tijdens deze zitting is de vertegenwoordiger van de gemeente, C.B.M. Heithuis-Booijink, aanwezig geweest, evenals de verzoeker.
De Voorzitter heeft overwogen dat de melding niet kan worden geweigerd enkel omdat de stal groter is dan eerder vergund en op een andere locatie binnen de inrichting wordt gebouwd. De voorwaarden van artikel 8.19, tweede lid, van de Wet milieubeheer moeten worden nageleefd. De Voorzitter concludeert dat de wijziging van de stal niet leidt tot een wijziging van het veebestand of het aantal dieren. Bovendien komt de nieuwe stal op een grotere afstand van de woning van verzoeker te liggen dan voorheen.
Gezien deze omstandigheden en de motivering van de gemeente om geen toepassing te geven aan de artikelen 8.22, 8.23 of 8.25 van de Wet milieubeheer, heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 14 november 2003.