ECLI:NL:RVS:2003:AN9212
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- J.H. Roelfsema
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor extra verdieping en wijziging achtergevel in Haarlem
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank te Haarlem, waarin het beroep van appellante tegen de verlening van een bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem ongegrond werd verklaard. De bouwvergunning, verleend op 24 juli 2002, betrof het bouwen van een extra verdieping en het wijzigen van de achtergevel van een woning aan de [locatie] te [plaats]. Appellante, wonend te [woonplaats], maakte bezwaar tegen deze vergunning, maar het college verklaarde dit bezwaar op 29 oktober 2002 ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing op 16 mei 2003.
Appellante stelde hoger beroep in bij de Raad van State, waarbij zij haar gronden aanvulde in brieven van 26 juni en 29 juli 2003. De zaak werd behandeld op 14 november 2003, waar appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.W. Spanjer, en het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente. Ook de derde belanghebbende was aanwezig, bijgestaan door een gemachtigde.
De Raad van State overwoog dat ten tijde van de bouwaanvraag een voorbereidingsbesluit van kracht was, maar dat het bouwplan niet in strijd was met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan “Bomenbuurt”. Inmiddels is dit bestemmingsplan onherroepelijk geworden, waardoor de bouwvergunning nu ook zonder toepassing van artikel 50, vierde lid, van de Woningwet verleend zou kunnen worden. De Raad van State concludeerde dat er geen belang meer was bij een uitspraak over de rechtmatigheid van de beslissing om vooruit te lopen op het nieuwe bestemmingsplan. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.