ECLI:NL:RVS:2003:AN9261
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.E.M. Polak
- C.H.M. van Altena
- R.E.A. Matulewicz
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring veiligheidsonderzoek door Minister van Binnenlandse Zaken
In deze zaak heeft de Raad van State op 3 december 2003 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister had op 30 november 2001 geweigerd om een verklaring af te geven op basis van een veiligheidsonderzoek, zoals bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). De Minister concludeerde dat er geen betrouwbare informatiebronnen beschikbaar waren, omdat er geen samenwerkingsrelatie bestond met een Pakistaanse zusterdienst van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst.
De rechtbank te Rotterdam had eerder, op 16 januari 2003, het beroep van de appellant ongegrond verklaard. Appellant had hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om verklaringen aan te leveren die zijn betrouwbaarheid zouden onderbouwen. De Raad van State oordeelde echter dat appellant niet had aangetoond dat hij na de heropening van het onderzoek door de rechtbank daadwerkelijk pogingen had ondernomen om dergelijke verklaringen aan te leveren.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Minister terecht had geweigerd de verklaring af te geven. De motivering van de rechtbank werd volledig onderschreven door de Raad van State. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.