ECLI:NL:RVS:2003:AN9268
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Beekhuis
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaarschrift inzake provinciaal opslagterrein
In deze zaak heeft de Raad van State op 3 december 2003 uitspraak gedaan over een geschil tussen een appellant en het college van gedeputeerde staten van Utrecht. De appellant had in eigendom toebehorende zaken op een provinciaal opslagterrein, en verweerder had hem verzocht deze zaken af te voeren. De appellant had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. De appellant heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de appellant eerder een gemotiveerd bezwaarschrift had ingediend, maar dat verweerder dit niet had erkend. De Afdeling bestuursrechtspraak overwoog dat de brief van 31 mei 2002, waarin verweerder de appellant verzocht zijn zaken af te voeren, niet kan worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling. Dit betekent dat er geen sprake was van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waardoor de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar op onjuiste gronden was, maar niet tot vernietiging leidde.
De Raad van State verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van verweerder om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren in stand blijft. De Afdeling heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 3 december 2003.