ECLI:NL:RVS:2003:AO1297

Raad van State

Datum uitspraak
24 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200308309/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • I.A. Molenaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunningen verleend door het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven had op 22 november 2002 bouwvergunningen verleend voor het vergroten van woningen op verschillende percelen. Verzoekers, die bezwaar hadden gemaakt tegen deze vergunningen, kregen op 18 september 2003 te horen dat hun bezwaren ongegrond waren verklaard. Hierop hebben zij op 9 december 2003 hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 18 december 2003 behandeld. Tijdens de zitting waren de verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat, en het college, vertegenwoordigd door een ambtenaar, aanwezig. Ook de vergunninghouders waren vertegenwoordigd. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De beslissing werd op 24 december 2003 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

200308309/2.
Datum uitspraak: 24 december 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 13 november 2003 in het geding tussen:
verzoekers
en
het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven.
1. Procesverloop
Bij afzonderlijke besluiten van 22 november 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven (hierna: het college) aan [vergunninghouders] bouwvergunning verleend voor het vergroten van hun woningen op de percelen [locatie sub 1], [locatie sub 2] en [locatie sub 3] te [plaats].
Bij besluit van 18 september 2003 heeft het college de daartegen gemaakte bezwaren - voorzover van belang - ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 13 november 2003, verzonden op 25 november 2003, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de voorzieningenrechter) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers bij brief van 9 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 10 december 2003, hoger beroep ingesteld. Tevens hebben zij de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 december 2003, waar verzoekers, vertegenwoordigd door mr. C.G.J.M. Termaat, advocaat te Eindhoven, en het college, vertegenwoordigd door J. Bogaerts, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting gehoord vergunninghouders, vertegenwoordigd door mr. ing. J.D.A. Smits.
2. Overwegingen
2.1. In hetgeen verzoekers naar voren hebben gebracht, is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat geen bouwvergunningen mochten worden verleend, zoals het college heeft gedaan.
2.2. Gelet hierop, bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening en dient het verzoek daartoe te worden afgewezen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat evenmin aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Molenaar, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Molenaar
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 december 2003
369.