ECLI:NL:RVS:2003:AO1298
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- I.A. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen bouwvergunning Renkum
Op 17 december 2002 verleende het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [vergunninghouder] een vrijstelling en bouwvergunning voor het vergroten van een woning op het perceel [locatie] te [plaats]. Verzoeker, die het niet eens was met deze beslissing, heeft op 8 december 2003 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens verzocht hij op 9 december 2003 de Voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek op 18 december 2003 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door [gemachtigde]. Het college werd vertegenwoordigd door mr. P.H.M. Claessen, ambtenaar der gemeente, en vergunninghouder was bijgestaan door mr. B.H.M. Karens, advocaat te Barneveld.
De Voorzitter overwoog dat de bouwwerkzaamheden al in een vergevorderd stadium verkeerden. Gezien de betrokken belangen was er volgens de Voorzitter geen sprake van de vereiste onverwijlde spoed om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om toepassing te geven aan artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht werd dan ook afgewezen. Er was bovendien geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd op 24 december 2003 openbaar uitgesproken.