ECLI:NL:RVS:2003:AO1318

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200307954/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • S.W. Schortinghuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2003

In deze zaak heeft de besloten vennootschap “HGP Systems Integration B.V.”, gevestigd te Wassenaar, een verzoek ingediend bij de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag. De aanvraag betrof een subsidie op grond van de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2003 voor het project "With methanol from biomass tot biomobiel". De afwijzing van de subsidieaanvraag vond plaats op 12 november 2003 door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en heeft op 28 november 2003 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De Voorzitter heeft het verzoek op 18 december 2003 ter zitting behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.C. Ozinga en enkele gemachtigden. De verweerder, de Staatssecretaris, was vertegenwoordigd door mr. J. Martens en drs. B. du Pré, werkzaam bij de Novem. Tijdens de zitting heeft verzoekster gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft bij schorsing van het bestreden besluit en heeft zij verzocht om verweerder op te dragen binnen vier weken een beslissing op het ingediende bezwaarschrift te nemen.

De Voorzitter heeft overwogen dat verzoekster is uitgenodigd om haar bezwaren toe te lichten op een hoorzitting die op 6 januari 2004 zal plaatsvinden. Verweerder heeft aangegeven de beslissing op bezwaar zo spoedig mogelijk na deze hoorzitting te nemen. Gezien deze omstandigheden heeft de Voorzitter geoordeeld dat verzoekster niet zodanig in haar belangen is geraakt dat het treffen van de gevraagde voorziening noodzakelijk is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De beslissing is op 23 december 2003 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

200307954/1.
Datum uitspraak: 23 december 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
De besloten vennootschap “HGP Systems Integration B.V.”, gevestigd te Wassenaar,
verzoekster,
en
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 november 2003 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster om subsidie op grond van de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2003 voor het project "With methanol from biomass tot biomobiel" afgewezen.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt.
Bij brief van 18 november 2003, bij de Raad van State via de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage ingekomen op 28 november 2003, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 december 2003, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J.C. Ozinga, advocaat te Den Haag, [gemachtigde] en [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. J. Martens en drs. B. du Pré, werkzaam bij de Novem te Sittard, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Verzoekster heeft gemotiveerd gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft bij schorsing van het bestreden besluit. Voorts verzoekt zij om verweerder op te dragen binnen vier weken een beslissing op het ingediende bezwaarschrift te nemen.
2.3. Ter zitting is gebleken dat verzoekster is uitgenodigd om haar bezwaren toe te lichten op een op 6 januari 2004 te houden hoorzitting van verweerder. Verweerder heeft verklaard de beslissing op bezwaar daarna zo spoedig mogelijk te nemen. Onder deze omstandigheden wordt verzoekster geacht niet zodanig in de door haar gestelde belangen te zijn geraakt dat het treffen van de gevraagde voorziening aangewezen is. Het daartoe strekkende verzoek wordt mitsdien afgewezen.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.W. Schortinghuis, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Schortinghuis
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2003
66.