ECLI:NL:RVS:2003:AO1325
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- R.G.P. Oudenaller
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake ernstige bodemverontreiniging te Amsterdam
Op 8 oktober 2003 heeft de gemeente Amsterdam, als verweerder, vastgesteld dat er sprake is van ernstige bodemverontreiniging op een locatie te Amsterdam, naar aanleiding van een melding op basis van artikel 28 van de Wet bodembescherming. De gemeente heeft urgentie voor sanering vastgesteld en goedkeuring gegeven aan een saneringsplan, waarbij binnen vier jaar met de sanering moet worden begonnen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 16 december 2003 zijn verzoekers, waaronder [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], en vertegenwoordigers van de gemeente verschenen. De Voorzitter heeft de argumenten van de verzoekers gehoord, die zich zorgen maakten over de onvolledige sanering en de risico's van asbestverspreiding. De gemeente stelde dat de sanering deel uitmaakt van een groter project en dat alle asbest zal worden verwijderd. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen, en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing werd op 24 december 2003 openbaar gemaakt.