ECLI:NL:RVS:2004:AO1660
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R. Cleton
- F.T.T. van der Heijde
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Zevenbergschen Hoek-Kom en voorlopige voorziening
Op 5 januari 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Zevenbergschen Hoek-Kom" van de gemeenteraad van Moerdijk. Dit bestemmingsplan werd op 23 januari 2003 vastgesteld, na een voorstel van het college van burgemeester en wethouders op 10 december 2002. Verzoekers, wonend in de nabijheid van de gronden die onder het bestemmingsplan vallen, hebben op 16 oktober 2003 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Ze verzochten de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesden dat de goedkeuring zou leiden tot onomkeerbare gevolgen voor hun woonomgeving.
De Voorzitter heeft het verzoek op 12 december 2003 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers in persoon aanwezig waren en de gemeenteraad van Moerdijk vertegenwoordigd was door ing. E. Alderliesten. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de vereiste onverwijlde spoed ontbrak. De gemeenteraad had ter zitting verklaard dat de gronden in afwachting van de behandeling in de hoofdzaak niet bebouwd zouden worden, wat de zorgen van verzoekers over onomkeerbare gevolgen verlichtte.
Desondanks oordeelde de Voorzitter dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant in de proceskosten moest worden veroordeeld, omdat het bestreden besluit de indruk wekte dat de inwerkingtreding van het plan mogelijk onomkeerbare gevolgen kon hebben. De proceskosten werden vastgesteld op € 114,16, en het griffierecht van € 116,00 moest door de provincie aan verzoekers worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 januari 2004.