ECLI:NL:RVS:2004:AO1973
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Schaafsma
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor het in oppervlaktewater brengen van verzilt water door HSB Vastgoed Holding
In deze zaak gaat het om een besluit van 13 juni 2003, waarbij de verweerder, het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, aan HSB Vastgoed Holding een vergunning heeft verleend voor het in oppervlaktewater brengen van verzilt water. Dit water is afkomstig uit zeezand dat op percelen in de gemeente Waterland wordt gebracht. Het besluit is op 20 juni 2003 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben twee appellanten beroep ingesteld bij de Raad van State. De eerste appellant heeft zijn beroep op 30 juli 2003 ingediend, terwijl de tweede appellant zijn beroep op 15 juli 2003 heeft ingediend.
De zaak is behandeld door een meervoudige kamer, maar is later verwezen naar een enkelvoudige kamer. Tijdens de zitting op 2 december 2003 zijn de appellanten verschenen, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was door ambtenaren van het hoogheemraadschap. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het bestreden besluit op 27 oktober 2003 is geschorst, waardoor de vergunning niet meer gebruikt mocht worden. Aangezien de vergunning op 31 december 2003 expireerde, was het beroep van de appellanten niet meer ontvankelijk. De Afdeling heeft geconcludeerd dat de appellanten geen processueel belang meer hadden bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroep.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State was dan ook om de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 21 januari 2004.