ECLI:NL:RVS:2004:AO2879
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- E.A. Alkema
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring tenaamstelling voertuig door RDW
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank te 's-Hertogenbosch, die op 23 juni 2003 het beroep ongegrond verklaarde tegen het besluit van de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer (RDW) om de tenaamstelling van een voertuig met een bepaald kenteken vervallen te verklaren. De RDW had op 14 maart 2002 dit besluit genomen, waarna het bezwaar van de appellant op 20 juni 2002 ongegrond werd verklaard. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, ingekomen op 30 juli 2003.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 9 december 2003 behandeld. De appellant betoogde dat de RDW ten onrechte had geweigerd om de tenaamstelling van zijn auto met terugwerkende kracht vanaf 27 oktober 1998 vervallen te verklaren. De Raad van State oordeelde dat het beleid van de RDW om geen terugwerkende kracht te verlenen aan dergelijke besluiten redelijk was en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was om van dit beleid af te wijken. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De beslissing werd genomen in naam der Koningin en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 februari 2004. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.