ECLI:NL:RVS:2004:AO3322
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- P.A. de Vink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake overbrenging afvalstoffen naar België
In deze zaak heeft de verzoekster, een onderneming gevestigd te [plaats], bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Dit besluit, genomen op 27 oktober 2003, betrof het voornemen van de verzoekster om 5.000.000 kg vooruit gesorteerde resten uit ongesorteerd afval van bouwactiviteiten naar België te vervoeren. De verzoekster wilde gebruikmaken van de procedure van algemene kennisgeving zoals vastgelegd in artikel 28, eerste lid, van de Verordening 259/93/EEG, die toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap regelt.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 22 januari 2004. Tijdens deze zitting waren vertegenwoordigers van de verweerder aanwezig, waaronder mr. M. Piras en drs. S.A.N. Geerling, ambtenaren van het ministerie, en J. de Leeuw, gemachtigde van de verzoekster. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de beoogde overbrenging van afvalstoffen naar België niet kan plaatsvinden, omdat de Belgische autoriteiten bezwaar hebben gemaakt tegen deze overbrenging. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang is bij het verzoek om een voorlopige voorziening.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. Th.G. Drupsteen, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. de Vink, ambtenaar van Staat, en is openbaar uitgesproken op 4 februari 2004.