ECLI:NL:RVS:2004:AO3988
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke handhaving geluidvoorschriften
Op 13 februari 2004 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland, dat op 19 december 2003 het verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot een vergunninghoudster op een specifiek perceel had afgewezen. De verzoeker stelde dat er sprake was van overtredingen van geluidvoorschriften die schadelijk waren voor de milieubelangen.
Tijdens de zitting op 5 februari 2004, waar de verzoeker werd bijgestaan door een gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door ambtenaren van de gemeente, werd het verzoek behandeld. De vergunninghoudster was ook aanwezig, vertegenwoordigd door een advocaat. De Voorzitter overwoog dat de verweerder had gesteld dat er al een last onder dwangsom was opgelegd wegens eerdere overtredingen van de geluidvoorschriften en dat dit besluit nog steeds van kracht was. De verzoeker voerde aan dat de verweerder ten onrechte geen uitvoering gaf aan dit dwangsombesluit.
De Voorzitter concludeerde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de verzoeker niet kon aantonen dat er dringende redenen waren om in afwachting van de beslissing op bezwaar een voorlopige maatregel te treffen. De beslissing van de Voorzitter was om het verzoek af te wijzen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.