ECLI:NL:RVS:2004:AO3992
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- L.J. Können
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd aan Woningstichting Rochdale
In deze zaak heeft de Raad van State op 13 februari 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van de stichting "Woningstichting Rochdale". De stichting had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam, waarbij aan haar een last onder dwangsom was opgelegd wegens overtredingen van milieuregels in het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer. Het besluit was genomen op 2 december 2003 en betrof specifieke voorschriften die betrekking hadden op de stookruimten en installaties in het woongebouw aan de De Boelelaan te Amsterdam.
Tijdens de zitting op 3 februari 2004 heeft de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat en gemachtigden, aangevoerd dat zij op korte termijn zou starten met renovaties aan het gebouw, waarbij de stookinstallaties zouden worden vervangen. Verzoekster betoogde dat het onredelijk was om nu al aan haar te verlangen dat zij de installaties in overeenstemming zou brengen met de voorschriften, gezien de aanstaande renovatie en de hoge kosten die dit met zich zou brengen. Verweerder, de gemeente Amsterdam, gaf aan geen bezwaar te hebben tegen schorsing van het besluit in afwachting van de behandeling van het bezwaarschrift.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft, na afweging van de belangen, besloten om de last onder dwangsom te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd de gemeente Amsterdam veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de verzoekster, alsook tot vergoeding van het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid waarmee de Raad van State omgaat met verzoeken om voorlopige voorzieningen, vooral in situaties waarin de belangen van partijen tegen elkaar moeten worden afgewogen.