ECLI:NL:RVS:2004:AO4607
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- S.P.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Wijziging van vergunningen voor grondwateronttrekking ten behoeve van fertigatie en beregening
In deze zaak heeft de Raad van State op 19 februari 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de wijziging van vergunningen voor grondwateronttrekking. De verzoekster, gevestigd te [plaats], had bij de Raad van State beroep ingesteld tegen besluiten van het college van gedeputeerde staten van Flevoland, die op 28 oktober 2003 waren genomen. Deze besluiten betroffen de wijziging van eerder verleende vergunningen van 15 mei 1997, die het onttrekken van grondwater uit het derde watervoerend pakket toestonden voor fertigatie, beregening en gewasbescherming. De wijzigingen hielden in dat vanaf 1 mei 2005 het onttrokken grondwater uitsluitend voor beregening mocht worden gebruikt.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 26 januari 2004. De verzoekster voerde aan dat de wijzigingen van de vergunningen niet in redelijkheid konden worden doorgevoerd en dat de alternatieven die door verweerder werden voorgesteld, zoals het opslaan van water in buffertanks of aansluiting op het waterleidingnet, niet haalbaar waren of te hoge kosten met zich meebrachten. Tevens werd gesteld dat de wijzigingen in strijd waren met het gelijkheidsbeginsel.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet inwilligbaar was, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De wijzigingen van de vergunningen zouden pas per 1 mei 2005 in werking treden, waardoor verzoekster tot die datum nog gebruik kon maken van de oorspronkelijke vergunningen. De Voorzitter wees het verzoek af en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.