ECLI:NL:RVS:2004:AO5286

Raad van State

Datum uitspraak
4 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200308228/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D. Dolman
  • J.W. Prins
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplannen voor uitbreiding van het Industriepark Venekoten

Op 4 maart 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de bestemmingsplannen "Uitbreiding Industriepark Venekoten" en "Zone industrielawaai Uitbreiding Industriepark Venekoten". De gemeenteraad van Ooststellingwerf had op 18 maart 2003 deze bestemmingsplannen vastgesteld. Verzoeker, een varkenshouder, heeft op 8 december 2003 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van deze plannen door het college van gedeputeerde staten van Fryslân, en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 6 februari 2004 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat en de verweerder werd vertegenwoordigd door een ambtenaar van de provincie. De gemeenteraad was ook aanwezig.

De Voorzitter heeft overwogen dat de goedkeuring van de bestemmingsplannen in strijd zou kunnen zijn met de afstandsnormen uit de VNG-brochure, die van belang zijn voor de vestiging van bedrijven binnen de stankcirkel van de varkenshouderij van verzoeker. De bruto omvang van de uitbreiding bedraagt ongeveer 19 hectare, maar er zijn momenteel geen bedrijven die zich op het bestreden deel van het industriepark willen vestigen. Hierdoor is er volgens de Voorzitter geen spoedeisend belang bij het verzoek om voorlopige voorziening.

Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, zonder proceskostenveroordeling. De Voorzitter heeft daarnaast twijfels geuit over de motivering van het bestreden besluit, maar dit valt buiten de reikwijdte van de voorlopige voorziening. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 maart 2004.

Uitspraak

200308228/2.
Datum uitspraak: 4 maart 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 maart 2003 heeft de gemeenteraad van Ooststellingwerf de bestemmingsplannen "Uitbreiding Industriepark Venekoten” en “Zone industrielawaai Uitbreiding Industriepark Venekoten" vastgesteld.
Bij besluiten van 7 oktober 2003, kenmerk 537875 respectievelijk 537876, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van deze plannen.
Tegen deze besluiten heeft verzoeker bij brief van 8 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 8 december 2003, beroep ingesteld.
Bij brief van 8 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 8 december 2003, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 februari 2004, waar verzoeker in persoon, bijgestaan door mr. P.P.A. Bodden, advocaat te Nijmegen, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. F. Jilderda, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad, vertegenwoordigd door J.S. Romijn, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. De bestemmingsplannen hebben betrekking op een uitbreiding van het industriepark Venekoten ten zuidoosten van de woonbebouwing van Oosterwolde en de daarmee gepaard gaande verruiming van de zone industrielawaai.
Bij de bestreden besluiten heeft verweerder het bestemmingsplan “Zone industrielawaai Uitbreiding Industriepark Venekoten" geheel en het bestemmingsplan “Uitbreiding Industriepark Venekoten” grotendeels goedgekeurd.
2.3. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de bestemmingsplannen ten onrechte zijn goedgekeurd, voorzover deze de vestiging van bedrijven mogelijk maken binnen de stankcirkel van zijn varkenshouderijbedrijf. Voorts zijn volgens verzoeker de afstandsnormen uit de VNG-brochure “Bedrijven en Milieuzonering” wat betreft de aan te houden afstand tot zijn bedrijfswoning niet in acht genomen. Hij verzoekt dan ook in zoverre schorsing van de bestreden besluiten.
2.4. De Voorzitter stelt vast dat de bruto omvang van de in de plannen voorziene uitbreiding ongeveer 19 hectare bedraagt. Voorts blijkt uit de stukken dat de uitgifte van de gronden die de uitbreiding omvatten naar verwachting van de gemeenteraad zeker tot 2009 zal duren. Ter zitting is van de zijde van de gemeenteraad verklaard dat er op dit moment geen bedrijven zijn die zich op het bestreden deel van het industriepark willen vestigen.
Met het verzoek is dan ook thans geen spoedeisend belang gemoeid.
2.5. Gelet op het voorgaande dient het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening te worden afgewezen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
2.7. Overigens betwijfelt de Voorzitter of het bestreden besluit, voorzover verweerder daaraan als motivering ten grondslag heeft gelegd dat bedrijven die een kavel kopen op het bedrijfsterrein rekening zullen moeten houden met eventuele hinder van omliggende bedrijven en dat het hier dan ook niet voor de hand ligt dat werknemers nadere bescherming behoeven tegen onaanvaardbare stankhinder, in de bodemprocedure in stand zal kunnen blijven.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, ambtenaar van Staat.
w.g. Dolman w.g. Prins
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2004
363