ECLI:NL:RVS:2004:AO5792
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- M.Z.C. Koutstaal
- Rechtspraak.nl
Intrekking van verklaring van betrouwbaarheid door de Korpschef van de Politieregio Gelderland-Zuid
In deze zaak heeft de Korpschef van de Politieregio Gelderland-Zuid op 29 september 2003 de verklaring van betrouwbaarheid van de verzoeker ingetrokken, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door de korpschef ongegrond verklaard op 12 november 2003. Vervolgens heeft de verzoeker beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem, die op 23 december 2003 het beroep ongegrond verklaarde. De verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 4 maart 2004 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Reitsma, als de korpschef, vertegenwoordigd door mr. M.A. Aal, aanwezig. De Voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening strekt tot opschorting van de intrekking van de verklaring van betrouwbaarheid totdat er een beslissing is genomen in de bodemprocedure.
De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in de bodemprocedure niet zal standhouden. Bovendien is gebleken dat de verzoeker tot op heden geen grote problemen heeft ondervonden door de intrekking van de verklaring. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 12 maart 2004.