ECLI:NL:RVS:2004:AO5805
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- P.A. de Vink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake overbrenging van afvalstoffen naar Duitsland
In deze zaak heeft de verzoekster, een onderneming gevestigd te [plaats], bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dat op 29 december 2003 is genomen. Dit besluit betrof het voornemen van verzoekster om 20.000.000 kg gemengde verpakkingsmaterialen, bestaande uit papier, kunststof en hout, naar Duitsland af te voeren. De verzoekster wilde gebruikmaken van de procedure van algemene kennisgeving zoals vastgelegd in artikel 28, eerste lid, van de Verordening 259/93/EEG, die toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap regelt.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 februari 2004 het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Tijdens deze zitting waren zowel de verzoekster, vertegenwoordigd door ing. G. Draaier en een gemachtigde, als de verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.L. Bervoets en drs. S.A.N. Geerling, aanwezig. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de beoogde overbrenging van afvalstoffen naar Duitsland niet kan plaatsvinden, omdat de Duitse autoriteiten bezwaar hebben gemaakt tegen deze overbrenging. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 maart 2004, waarbij de Voorzitter, mr. Th.G. Drupsteen, en mr. P.A. de Vink, ambtenaar van Staat, aanwezig waren.