ECLI:NL:RVS:2004:AO6138
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- S. Scheerhout
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor afvalinzameling in Elburg
In deze zaak heeft de Raad van State op 16 maart 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoekster tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Elburg, dat op 13 januari 2004 een vergunning had verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het inzamelen, transporteren en overslaan van huishoudelijk en bedrijfsafval op een perceel in Elburg. Dit besluit werd op 14 januari 2004 ter inzage gelegd. De verzoekster heeft op 28 januari 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State, en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 9 maart 2004 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekster en de verweerder, vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente, aanwezig waren. Ook de vergunninghoudster was vertegenwoordigd.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel over het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. Volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien er sprake is van onverwijlde spoed. De Voorzitter heeft echter geen aanknopingspunten gevonden voor de conclusie dat er in dit geval sprake is van een zodanig spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. H. Beekhuis, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Scheerhout, ambtenaar van Staat, en werd openbaar uitgesproken op 16 maart 2004.