200304636/1.
Datum uitspraak: 31 maart 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Gildenborg Holding B.V”, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “WCN Heemstede B.V.”, beide gevestigd te Houten, de vereniging “Nieuwegeinse Golfclub”, gevestigd te Nieuwegein, de vennootschap onder firma “Restaurant Kasteel Heemstede” en haar [vennoten], gevestigd te Houten, [appellant], wonend te Houten, en [appellant], wonend te Houten,
appellanten,
het college van gedeputeerde staten van Utrecht,
verweerder.
Verweerder heeft bij besluit van 20 mei 2003, no. 2003REG000755i, een vergunning onder voorschriften ingevolge de Ontgrondingenwet verleend aan de gemeente Nieuwegein voor het ontgronden van enkele delen van de deelgebieden 2 en 3 van het te ontwikkelen bedrijventerrein “Het Klooster”.
Tegen dit besluit hebben appellanten bij brief van 12 juli 2003, bij de Raad van State ingekomen op 15 juli 2003, beroep ingesteld.
Bij brief van 21 oktober 2003 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 maart 2004, waar appellanten, vertegenwoordigd door mr. L.A.A. van Wakeren, advocaat, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. N.M. de Vries en P. Drost, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. Voorts is het gemeentebestuur van Nieuwegein, vertegenwoordigd door H. Koekkoek en R.D.B.L. van den Bosch, ambtenaren van de gemeente, als partij gehoord.
2.1. Ingevolge artikel 17 van de Ontgrondingenwet kan tegen een beschikking op grond van Hoofdstuk II van deze wet een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Ingevolge het derde lid van dit artikel worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
2.2. Blijkens de statutaire doelstellingen van Gildenborg B.V. en WCN Heemstede B.V. hebben de vennootschappen voornamelijk ten doel het financieren en beheren van registergoederen en het beleggen van vermogen en het verlenen van diensten op het gebied van onder meer management en organisatie. Blijkens de statutaire doelstelling van de Nieuwegeinse Golfclub heeft de vereniging als doel het doen beoefenen en bevorderen van de golfsport. De Afdeling is van oordeel dat niet valt in te zien op welke wijze de statutaire belangen van deze appellanten door het bestreden besluit geraakt worden.
De genoemde appellanten zijn gevestigd, dan wel houden kantoor of exploiteren een golfterrein, aan de Heemsteedseweg, op ongeveer 500 tot 700 meter afstand van het gebied waar de ontgrondingswerkzaamheden zullen plaatsvinden. Tussen beide gebieden ligt het Amsterdam-Rijnkanaal. Voorts maakt het gebied waar appellanten gevestigd zijn, deel uit van een ander waterhuishoudkundig systeem, dan het systeem ter plaatse van de ontgrondingen.
Gezien het vorenstaande is de Afdeling van oordeel dat appellanten ook anderszins geen eigen, rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang hebben.
2.3. Blijkens de statuten heeft de v.o.f. “Restaurant Kasteel Heemstede” ten doel het exploiteren van een restaurantbedrijf. De Afdeling is van oordeel dat uit de statuten geen belang voortvloeit dat rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken. Evenmin is gebleken van een eigen, rechtstreeks belang van de vennoten bij het bestreden besluit.
Het restaurant is gevestigd in het kasteel Heemstede aan de Heemsteedseweg, nabij het terrein van de Nieuwegeinse Golfclub. Derhalve kan, gelet op het hiervoor overwogene en gezien de locatie van de ontgrondingen, evenmin anderszins van een eigen, rechtstreeks belang bij het bestreden besluit worden gesproken.
2.4. De Afdeling overweegt dat [twee van de appellanten] slechts dan geacht kunnen worden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te hebben indien dit een eigen, van dat van anderen te onderscheiden, belang betreft. Appellanten wonen eveneens aan de Heemsteedseweg, ten zuidoosten van het terrein van de Nieuwegeinse Golfclub en op ongeveer 500 meter van het gebied waar de ontgrondingen zullen plaatsvinden. Derhalve kan, gelet op overweging 2.2. en gezien de locatie van de ontgrondingen, niet van een eigen, rechtstreeks belang bij het bestreden besluit worden gesproken.
Voorts is uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet gebleken van feiten of omstandigheden in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat niettegenstaande het voorgaande, eigen, persoonlijke belangen van appellanten rechtstreeks door het bestreden besluit worden geraakt.
2.5. Gelet op het vorenstaande is het beroep van appellanten niet-ontvankelijk.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Troost, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Troost
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2004