ECLI:NL:RVS:2004:AO6565
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- P.A. Offers
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering toezending milieuvergunningen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat appellant heeft ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had op 4 juli 2003 geoordeeld dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) ten onrechte een verzoek van appellant om toezending van milieuvergunningen had geweigerd. Het college had dit verzoek gedaan op basis van artikel 7 van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). De rechtbank verklaarde het beroep van appellant gegrond en vernietigde de beslissing van het college, voor zover deze betrekking had op de vergunningen genoemd in artikel 19.1 van de Wet milieubeheer (Wm).
Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden heeft aangevuld. De zaak is ter zitting behandeld op 23 februari 2004, waar appellant in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en het college vertegenwoordigd was door een ambtenaar. Tijdens de zitting bleek dat het hoger beroep alleen nog betrekking had op beschikkingen die inmiddels onherroepelijk waren geworden. Dit leidde tot de conclusie dat appellant geen belang meer had bij de beantwoording van de vraag of het college de gevraagde stukken op grond van de WOB had moeten toezenden.
De Raad van State heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 31 maart 2004.