ECLI:NL:RVS:2004:AO7120

Raad van State

Datum uitspraak
31 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200308910/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Boll
  • G.K. Klap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake onderzoeksbevel op basis van de Wet bodembescherming

In deze zaak heeft de vereniging 'Vereniging Bizzy Beesel', gevestigd te Reuver, een verzoek ingediend bij de Raad van State tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Dit besluit, genomen op 8 juli 2003, betrof een onderzoeksbevel dat was opgelegd op basis van artikel 43, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet bodembescherming. De verzoekster heeft op 29 december 2003 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 9 februari 2004, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. G.C. Kooijman, advocaat te Den Bosch, en de verweerder door ing. M. Stienstra en N.M.J. Jansen, ambtenaren van de provincie.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 31 maart 2004 uitspraak gedaan. In deze uitspraak is het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Afdeling in de hoofdzaak had geoordeeld dat het beroep ongegrond was en de bestreden beschikking in stand bleef. Hierdoor had de verzoekster geen belang meer bij de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gedateerd op 31 maart 2004.

Uitspraak

200308910/2.
Datum uitspraak: 31 maart 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de vereniging "Vereniging Bizzy Beesel", gevestigd te Reuver,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Limburg,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 juli 2003, kenmerk 2003/26144, heeft verweerder onder toepassing van artikel 43, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet bodembescherming aan verzoekster een onderzoeksbevel opgelegd, zoals nader weergegeven onder punt 13 van het besluit.
Bij besluit van 2 december 2003, kenmerk 2003/50328, heeft verweerder het daartegen gemaakte bezwaar deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 29 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op 30 december 2003, beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 februari 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. G.C. Kooijman, advocaat te Den Bosch, en verweerder, vertegenwoordigd door ing. M. Stienstra en N.M.J. Jansen, ambtenaren van de provincie zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden heeft de Afdeling uitspraak gedaan in de hoofdzaak. Hierbij is het beroep ongegrond verklaard en de bestreden beschikking in stand gebleven. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat appellante geen belang meer heeft bij een beoordeling van het onderhavige verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek moet derhalve reeds om deze reden niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van drs. G. K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Klap
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2004
315.