ECLI:NL:RVS:2004:AO7970
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor ondergrondse opslagtank
In deze zaak heeft de Raad van State op 16 april 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een last onder dwangsom die was opgelegd aan de vereniging 'Vereniging van eigenaars [locatie sub 1], [locatie sub 2]' door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De last onder dwangsom was opgelegd op 7 april 2003 en had betrekking op de aanwezigheid van een ondergrondse opslagtank. Verzoekster heeft op 20 januari 2004 beroep ingesteld tegen het besluit van 14 januari 2004, waarin het college het bezwaar ongegrond verklaarde. Tevens heeft verzoekster op 18 februari 2004 de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, welke zitting op 5 april 2004 heeft plaatsgevonden.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft vastgesteld dat de last onder dwangsom gericht is op het verwijderen van de ondergrondse opslagtank, maar dat verzoekster primair aanvoert dat zij niet de eigenaar van de tank is. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat de procedure zich niet leent voor een definitieve beantwoording van de eigendomsvraag, maar dat er onvoldoende grond is om aan te nemen dat de tank eenvoudig kan worden verwijderd. Daarom heeft hij besloten om de last onder dwangsom te schorsen en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem te veroordelen in de proceskosten van verzoekster, alsook het griffierecht te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij het opleggen van lasten onder dwangsom en de rol van de Raad van State in het waarborgen van rechtsbescherming voor burgers in bestuursrechtelijke procedures.