ECLI:NL:RVS:2004:AO7974
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Dolman
- J. Verbeek
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Beuningse Plas, De Waterplas en verzoek om voorlopige voorziening
Op 3 juni 2003 heeft de gemeenteraad van Beuningen, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 april 2003, het bestemmingsplan "Beuningse Plas, De Waterplas" vastgesteld. Dit plan beoogt onder andere de aanleg van een waterplas en de bouw van 36 woningen. Tegen dit besluit heeft verzoeker, die een agrarisch bedrijf exploiteert in het plangebied, op 23 februari 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State. Hij verzocht de Voorzitter om een voorlopige voorziening, omdat hij meent dat de goedkeuring van het plan een belemmering vormt voor zijn bedrijfsvoering.
De Voorzitter heeft het verzoek op 1 april 2004 ter zitting behandeld. Verzoeker was aanwezig, vertegenwoordigd door mr. C. Lubben, en verweerder, het college van gedeputeerde staten van Gelderland, was vertegenwoordigd door drs. C.J.P.M. Teuwen en H. Wassink. Ook de gemeenteraad van Beuningen was vertegenwoordigd door drs. G.P.B. Woutersen.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat er geen onverwijlde spoed aanwezig was. De Voorzitter benadrukte dat zijn oordeel een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. De afwijzing van het verzoek betekent dat verzoeker geen bescherming krijgt tegen de gevolgen van het bestemmingsplan totdat de bodemprocedure is afgerond. De beslissing werd op 13 april 2004 openbaar uitgesproken.