ECLI:NL:RVS:2004:AO7983

Raad van State

Datum uitspraak
21 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200401545/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
  • W. van Hardeveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurlijke handhaving en niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op 25 maart 2003 het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 28 mei 2002 gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het verzoek om handhaving afgewezen. Appellant had op 13 maart 2002 verzocht om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot een perceel in Heeze-Leende. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 oktober 2003, in zaaknummer 200302334/1, dit besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. Echter, verweerder heeft nagelaten om tijdig een nieuw besluit te nemen, wat appellant ertoe heeft aangezet om op 19 februari 2004 beroep in te stellen tegen het uitblijven van dit besluit.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 19 maart 2004, waarbij zowel appellant, vertegenwoordigd door ir. A.K.M. van Hoof, als verweerder, vertegenwoordigd door M.C.I. Smits, aanwezig waren. De Afdeling heeft vastgesteld dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht door geen gevolg te geven aan de eerdere uitspraak. Het beroep van appellant is gegrond verklaard, en de Afdeling heeft het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn vastgesteld op € 402,50, en is de gemeente Heeze-Leende gelast om het griffierecht van € 116,00 aan appellant te vergoeden.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 21 april 2004.

Uitspraak

200401545/1.
Datum uitspraak: 21 april 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 maart 2003 heeft verweerder het bezwaar van appellant gericht tegen het besluit van verweerder van 28 mei 2002, waarbij is beslist op het verzoek van appellant van 13 maart 2002 om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het [partij] op het perceel [locatie] te [plaats], gedeeltelijk gegrond verklaard en het verzoek om handhaving afgewezen.
Bij uitspraak van 8 oktober 2003, no. 200302334/1, heeft de Afdeling dit besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen 8 weken na verzending hiervan een nieuw besluit te nemen.
Tegen het uitblijven van een nieuw besluit heeft appellant bij brief van 17 februari 2004, bij de Raad van State ingekomen op 19 februari 2004, beroep ingesteld.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 maart 2004, waar appellant, vertegenwoordigd door ir. A.K.M. van Hoof, gemachtigde, en verweerder, vertegenwoordigd door M.C.I. Smits, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts zijn daar als partij gehoord [gemachtigden], in persoon en bijgestaan door mr. G. Kooijman, advocaat te Den Bosch.
2. Overwegingen
2.1. Appellant kan zich er niet mee verenigen dat verweerder de uitspraak van de Afdeling van 8 oktober 2003, no. 200302334/1, niet naleeft.
2.2. Vaststaat dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan de bovengenoemde uitspraak.
De Afdeling is van oordeel dat verweerder, gelet op het systeem van de Algemene wet bestuursrecht zoals dat blijkt uit artikel 8:72, vierde en vijfde lid, in onderlinge samenhang gelezen, gehouden was om binnen de gestelde termijn aan de bovengenoemde uitspraak gevolg te geven. Nu verweerder dit niet heeft gedaan, is de Afdeling van oordeel dat verweerder in strijd met het systeem van de Algemene wet bestuursrecht zoals hiervoor bedoeld heeft gehandeld.
2.3. Het beroep is gegrond. Het ingevolge artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van de wettelijke voorschriften over beroep met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit dient te worden vernietigd. Verweerder dient een besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen.
2.4. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit;
III. draagt het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op binnen vier weken na verzending van deze uitspraak met inachtneming daarvan alsnog een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende in de door appellant in verband met de behandeling van het beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 402,50, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de gemeente Heeze-Leende te worden betaald aan appellant;
V. gelast dat de gemeente Heeze-Leende aan appellant het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht (€ 116,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W. van Hardeveld, ambtenaar van Staat.
w.g. Drupsteen w.g. Van Hardeveld
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 april 2004
312-443.