ECLI:NL:RVS:2004:AO9663

Raad van State

Datum uitspraak
7 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200401460/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • A.M.L. Hanrath
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Binnenring door gemeenteraad van Heerlen en Landgraaf

Op 7 mei 2004 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de Milieudefensiegroep Heerlen en de Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie IVN, Afdeling Heerlen, als verzoekers optraden tegen het college van gedeputeerde staten van Limburg, als verweerder. De zaak betrof een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de goedkeuring van de bestemmingsplannen 'Binnenring' door de gemeenteraad van Heerlen en de gemeenteraad van Landgraaf. Deze bestemmingsplannen waren vastgesteld op 6 mei 2003 en 5 juni 2003, en goedgekeurd door de verweerder op 16 december 2003. De verzoekers hebben op 24 februari 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit, en hebben tevens verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 7 mei 2004 zijn de verzoekers vertegenwoordigd door A.E.J. Mans, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. L.H.M. Vorstermans. Ook de gemeenteraad van Landgraaf en de gemeenteraad van Heerlen waren aanwezig, vertegenwoordigd door respectievelijk mr. F.J.C. Geurts en R.J.H. Franssen.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In zijn overwegingen gaf hij aan dat, gelet op de informatie die ter zitting naar voren was gebracht, er geen aanleiding was om het bestreden besluit te schorsen. De gemeenteraden van Landgraaf en Heerlen hadden toegezegd de verzoekers op de hoogte te stellen van eventuele stappen die onomkeerbare gevolgen zouden kunnen hebben, voordat de Afdeling in de bodemprocedure uitspraak zou doen. De Voorzitter zag daarom geen reden voor een proceskostenveroordeling. De mondelinge uitspraak werd gedaan door de Voorzitter, mr. J.C.K.W. Bartel, in tegenwoordigheid van ambtenaar van Staat mr. A.M.L. Hanrath.

Uitspraak

200401460/2.
Datum uitspraak: 7 mei 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
Milieudefensiegroep Heerlen en de vereniging “Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie IVN, Afdeling Heerlen”, gevestigd te Heerlen,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Limburg,
verweerder.
Bij besluiten van respectievelijk 6 mei 2003 en 5 juni 2003 hebben de gemeenteraad van Heerlen en de gemeenteraad van Landgraaf het bestemmingsplan “Binnenring” vastgesteld.
Verweerder heeft de bestemmingsplannen goedgekeurd bij besluit van
16 december 2003, kenmerk 2003/56328.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers bij brief van 24 februari 2004, bij de Raad van State ingekomen op 25 februari 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 24 februari 2004, bij de Raad van State ingekomen op 25 februari 2004, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 mei 2004, waar verzoekers, vertegenwoordigd door A.E.J. Mans, gemachtigde, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. L.H.M. Vorstermans, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.
Voorts zijn de gemeenteraad van Landgraaf, vertegenwoordigd door
mr. F.J.C. Geurts, ambtenaar van de gemeente, en de gemeenteraad van Heerlen, vertegenwoordigd door R.J.H. Franssen, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
Bij mondelinge uitspraak, gedaan op dezelfde dag, heeft de Voorzitter dit verzoek afgewezen.
Daartoe is als volgt overwogen.
Gelet op hetgeen ter zitting is gebleken en naar voren is gebracht door partijen, ziet de Voorzitter thans geen aanleiding tot schorsing van het bestreden besluit over te gaan. Hij neemt hierbij mede in aanmerking dat de gemeenteraden van Landgraaf en Heerlen ter zitting uitdrukkelijk hebben toegezegd dat zij verzoekers op de hoogte zullen stellen indien zij voornemens zijn, voordat de Afdeling in de bodemprocedure uitspraak zal hebben gedaan, stappen te ondernemen met betrekking tot de uitvoering van het bestemmingsplan die onomkeerbare gevolgen kunnen hebben.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Voorzitter geen aanleiding.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Hanrath
Voorzitter ambtenaar van Staat