ECLI:NL:RVS:2004:AP0329
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- L. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke herzieningszaak
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 mei 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker die eerder in een uitspraak van 17 december 2003, in zaak no. 200303243/1, had geprocedeerd tegen een besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De rechtbank Breda had op 9 april 2003 een uitspraak gedaan die door de Afdeling werd bevestigd, waarbij het beroep tegen het besluit van de minister van 10 april 2003 gegrond werd verklaard en dit besluit werd vernietigd. De verzoeker heeft op 26 januari 2004 verzocht om herziening van deze uitspraak en op 27 februari 2004 om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 14 mei 2004, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was en de minister vertegenwoordigd werd door mr. R. Houtman en ing. E.M. Rader. In de overwegingen van de uitspraak werd aangegeven dat de Afdeling in een andere uitspraak van dezelfde datum, in zaak no. 200400769/1, het verzoek om herziening had afgewezen. Gelet op deze afwijzing zag de Voorzitter geen aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State was om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, en dit werd uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2004. De uitspraak werd vastgesteld door de Voorzitter, mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.