ECLI:NL:RVS:2004:AP0388

Raad van State

Datum uitspraak
2 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200304988/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R. Cleton
  • R.H. Lauwaars
  • P.C.E. van Wijmen
  • R.D. van Onselen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen goedkeuringsbesluit stadsvernieuwingsplan IJlst-Kom

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een besluit van de gemeenteraad van Wymbritseradiel, dat op 10 oktober 2000 het stadsvernieuwingsplan "IJlst-Kom" heeft vastgesteld. Dit besluit was genomen op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2000. Op 23 april 2001 verleende het college van gedeputeerde staten van Fryslân (hierna: het college) goedkeuring aan het stadsvernieuwingsplan. Echter, op 11 juni 2003 verklaarde de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden het daartegen ingestelde beroep gegrond, vernietigde het goedkeuringsbesluit en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Appellanten, die het niet eens waren met deze uitspraak, hebben op 22 juli 2003 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 27 april 2004 ter zitting behandeld. Het college was vertegenwoordigd door drs. K. van Stralen, terwijl de gemeenteraad werd vertegenwoordigd door wethouder R. de Boer en ambtenaar R.Th. Bouma. Appellanten waren afwezig, maar hadden hun verhindering gemeld. De Afdeling heeft overwogen dat de voorzieningenrechter terecht niet inhoudelijk is ingegaan op de beroepsgronden van appellanten, maar enkel heeft beoordeeld of het goedkeuringsbesluit bevoegd was genomen. De Afdeling bevestigde dat het goedkeuringsbesluit op onbevoegde wijze was genomen en dat de voorzieningenrechter dit besluit terecht had vernietigd.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 juni 2004.

Uitspraak

200304988/1.
Datum uitspraak: 2 juni 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden van 11 juni 2003 in het geding tussen:
appellanten
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân.
1. Procesverloop
Bij besluit van 10 oktober 2000 heeft de gemeenteraad van Wymbritseradiel, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2000, vastgesteld het stadsvernieuwingsplan "IJlst-Kom".
Bij besluit van 23 april 2001 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân (hierna: het college) (grotendeels) goedkeuring verleend aan het stadsvernieuwingsplan "IJlst-Kom".
Bij uitspraak van 11 juni 2003, verzonden op 12 juni 2003, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de voorzieningenrechter) het daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 18 juli 2003, bij de Raad van State ingekomen op 22 juli 2003, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 25 november 2003 heeft het college van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 april 2004, waar het college, vertegenwoordigd door drs. K. van Stralen, ambtenaar van de provincie, is verschenen. Voorts is daar als partij gehoord de gemeenteraad, vertegenwoordigd door R. de Boer, wethouder, en R.Th. Bouma, ambtenaar van de gemeente. Appellanten zijn met bericht van verhindering ter zitting niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellanten betogen dat de voorzieningenrechter ten onrechte niet inhoudelijk is ingegaan op de door hen ingebrachte beroepsgronden en heeft volstaan met een formele beoordeling van de vraag of het goedkeuringsbesluit bevoegd was genomen.
2.2. Niet in geding is dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat het goedkeuringsbesluit op onbevoegde wijze is genomen en dit besluit terecht heeft vernietigd. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de voorzieningenrechter terecht geen aanleiding gezien voor een inhoudelijke beoordeling van het aan hem voorgelegde besluit zoals door appellanten bepleit, nu daarmee zou worden vooruitgelopen op het door het college nieuw te nemen besluit. Het betoog van appellanten faalt derhalve.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R. Cleton, Voorzitter, en mr. R.H. Lauwaars en mr. P.C.E. van Wijmen, Leden, in tegenwoordigheid van mr. R.D. van Onselen, ambtenaar van Staat.
w.g. Cleton w.g. Van Onselen
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 juni 2004
178-410.