ECLI:NL:RVS:2004:AP1650
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende handhaving Wet milieubeheer
In deze zaak heeft de Raad van State op 11 juni 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingskwestie onder de Wet milieubeheer. De verzoekster, die een bedrijfswoning en een veldschuur gebruikt voor haar veehouderij op een perceel in Geldrop-Mierlo, had eerder een verzoek ingediend om handhavingsmaatregelen te treffen tegen de woning en de veldschuur. Dit verzoek was op 10 september 2003 afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo. De verzoekster stelde dat er geen vergunning was verleend voor het gebruik van de woning en de veldschuur, en dat de vergunning die wel was verleend, een onvolledige kadastrale aanduiding bevatte en in strijd was met het bestemmingsplan.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 27 mei 2004, waarbij de verzoekster in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde, en de verweerder vertegenwoordigd was door een ambtenaar van de gemeente. De Voorzitter heeft overwogen dat de woning en de veldschuur wel degelijk gebruikt worden voor de veehouderij en dat er een revisievergunning is verleend op 17 april 2001. De stelling van de verzoekster dat het gebruik in strijd is met het bestemmingsplan werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd om handhavingsmaatregelen te rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter geoordeeld dat de verweerder niet bevoegd was om handhavingsmaatregelen te treffen en dat het verzoek van de verzoekster op goede gronden was afgewezen. De Voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 juni 2004.