ECLI:NL:RVS:2004:AP3424
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- J.H.B. van der Meer
- C.H.M. van Altena
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bekostiging vervoerskosten schoolbezoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Barneveld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem. Het hoger beroep is ingesteld naar aanleiding van een besluit van 4 juli 2003, waarbij het verzoek van [verzoeker] om bekostiging van de vervoerskosten van zijn zoon voor schoolbezoek in het schooljaar 2003/2004 werd afgewezen. De voorzieningenrechter had op 10 december 2003 het beroep van [verzoeker] gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd, met de bepaling dat appellant aan [zoon] een vergoeding voor aangepast vervoer moest verstrekken tot zes weken na de nieuwe beslissing op bezwaar.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juni 2004. Appellant was vertegenwoordigd door mr. J.A. Verhoef en R.E. Jongman, beiden werkzaam bij de gemeente, terwijl [verzoeker] werd bijgestaan door mr. L. Vogelaar en G.A. de Kooter van de vereniging tot bevordering van schoolonderwijs op gereformeerde grondslag. Tijdens de behandeling van de zaak is de ontvankelijkheid van het hoger beroep ambtshalve aan de orde gesteld. Het bleek dat het hoger-beroepschrift van 13 januari 2004 niet correct was ingediend, omdat niet vaststond dat mr. J.A. Verhoef gemachtigd was om het hoger beroep in te stellen. Bovendien was het hoger beroep buiten de wettelijke termijn ingediend.
Op basis van deze overwegingen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2004.