ECLI:NL:RVS:2004:AP3483

Raad van State

Datum uitspraak
23 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200308202/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P. van Dijk
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor veetunnel en faunapassage aan de Universiteitsweg te De Bilt

Bij besluit van 21 augustus 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt aan de provincie Utrecht een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een veetunnel en een faunapassage aan de Universiteitsweg te De Bilt. Dit besluit werd door appellant, wonend te [woonplaats], aangevochten. Het college verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond bij besluit van 9 maart 2003. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Utrecht, die op 10 oktober 2003 het beroep ongegrond verklaarde. Appellant ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden aanvulde in januari 2004.

De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 8 juni 2004. Appellant was in persoon aanwezig, terwijl het college werd vertegenwoordigd door A.M. van Laar, ambtenaar der gemeente. In hoger beroep herhaalde appellant zijn eerdere argumenten, maar de rechtbank had op juiste gronden het beroep ongegrond verklaard. De Raad van State oordeelde dat er geen grond was om de bouwaanvraag aan te houden, aangezien het voorbereidingsbesluit op 13 juli 2002 was vervallen en er geen weigeringsgronden uit de Woningwet van toepassing waren.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2004, waarbij de uitspraak werd gedaan in naam der Koningin.

Uitspraak

200308202/1.
Datum uitspraak: 23 juni 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 10 oktober 2003 in het geding tussen:
appellant
en
het college van burgemeester en wethouders van De Bilt.
1. Procesverloop
Bij besluit van 21 augustus 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt (hierna: het college) aan de provincie Utrecht bouwvergunning verleend voor het bouwen van een veetunnel en een faunapassage aan de Universiteitsweg te De Bilt.
Bij besluit van 9 maart 2003 heeft het college het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 oktober 2003, verzonden op 31 oktober 2003, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 8 december 2003, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 5 januari 2004. Deze brieven zijn aangehecht.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 juni 2004, waar appellant in persoon, en het college, vertegenwoordigd door A.M. van Laar, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellant herhaalt in hoger beroep hetgeen hij in beroep bij de rechtbank heeft betoogd. De rechtbank heeft echter op juiste gronden het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat, nu er geen grond meer was om de bouwaanvraag aan te houden, aangezien het ten tijde van de indiening van de aanvraag geldende voorbereidingsbesluit op 13 juli 2002 was vervallen en geen van de in artikel 40 van de Woningwet genoemde weigeringsgronden zich voordoet, het college niets anders kon dan de gevraagde bouwvergunning verlenen.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Lodder
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2004
17-439.